DUTCHIE
DIED
fZ
O
(Z
The Lodge op de Berg loopt leeg. Waakhond blijft thuis. Het is
"U - zeker voor Ierse begrippen - een zomerse dag. Wolken van
Midgies zwermen om ons verhitte hoofd. Moeder en Zus, Broer
O en Broertje, Gers zoon, vrienden en enkele Ierse werknemers,
waaronder een kordate tuinvrouw van rond de dertig genaamd
Jenny, stappen in drie personenauto's en dalen behoedzaam de
berg af naar de secundaire weg die door het desolate, groene
landschap van de Connomara meandert tot zij de doorgaande
weg richting Outherard kruisen. Voor de dorpskern van Out-
herard parkeren we aan de doorgaande tweebaansweg naast
een eeuwenoude muur van handgestapeld Limestone.
De inzittenden lopen keuvelend naar de terreinwagen om hun
schop of pikhouweel in ontvangst te nemen. Ik draag mijn pik
houweel achteloos over mijn schouder. Een toneelgezelschap
dat op repetitie gaat voor het spelen van een theaterstuk over
Settlers Vergankelijkheid. We lopen het kerkhof op. De eerste
grafzerken doemen op. Keltische kruizen staan schots en scheef
op het glooiend maaiveld. Vele monumenten zijn overwoekerd
met taai helmgras dat zelfs schapen niet lusten. Naarmate we
dieper het kerkhof binnen dringen komt er meer systeem in de
onderlinge afstand van de graven. Totdat de grafmonumenten
- ook in Eire - in slagorde in rijen staan. Er is geen ruimte
gebrek. Een silhouet van regenjas met donkere zonnebril
verdwijnt achter een statig familiegraf. De laatste rij van lege
graven schurkt aan een laag muurtje. Kijk je er overheen, dan
zie je een uitgestrekte wildernis die in de verte overgaat in een
enorm meer waar Ger graag ging vissen in zijn generaal Ratko
Mladic-outfit. Een bescheiden jeep rijdt ons achterop. Het
blijkt de doodgraver te zijn. Hij wijst ons de locatie van Gers
rustplaats. Met een spade zet hij de lijnen uit waartussen we
mogen graven. De diepte van het graf wordt afgesproken op