caal verschillend. Moorcock veranderde het tijdschrift in een
boegbeeld van de new wave - de redacteuren van het blad zelf
spraken overigens liever van speculatieve fictie. Schrijvers als
Thomas M. Disch, John Sladek, Pamela Zoline, Roger Zelazny,
James Sallis, Brian Aldiss, D.M. Thomas en J.G. Ballard kregen
een forum in de bladzijden van het inmiddels op groot formaat
verschijnende tijdschrift; het blad publiceerde niet alleen
sciencefictiongenreschrijvers maar ook literaire cultschrijvers
en dichters als Christopher Logue, George MacBeth and Ron
Padgett. Tegen 1967 experimenteerde New Worlds met een revo
lutionair enthousiasme; het blad had literair elan en respec
tabiliteit verworven. In links-intellectuele kringen tenminste:
toen het tijdschrift begin 1968 Norman Spinrads Bug Jack
Barron publiceerde, een roman die de manipulatie van het grote
publiek door de media aan de kaak stelt, besloten de twee
nationale distributeurs W.H. Smith en Menzies het blad niet
langer te verspreiden. Vanuit de rechtervleugel van het parle
ment kwamen vragen waarom de Arts Council zulke rotzooi
subsidieerde; met het verlies van de beschermende imago van
'triviale lectuur' kreeg New Worlds serieuze commerciële klappen.
Eind 1969 had Moorcock inmiddels de redactie in handen ge
geven van Graham Hall en Graham Charnock, had het tijd
schrift een kleinere oplage maar nog dezelfde rebelse atmosfeer
en literaire reputatie, en werd het gedragen door een gemeen
schap van schrijvers die het blad redigeerden en produceerden.
Graham Charnock beschrijft dit in een later interview als 'alle
hens aan de pompen'. De op mijn favoriete kaft aangeprezen
Moorcock, Sladek, Piatt en M. John Harrison behoren allen tot
die groep.
En maakt dit nummer van New Worlds ook de beloften waar?
Reken maar!
Ballard over Hitier
J.G. Ballard bespreekt Mein Kampf. Hij begint met een obser
vatie hoe Hitiers tijdgenoten uit de twintiger jaren (toen Hitier
Mein Kampf schreef) veertig jaar later al door de tijd achter
haalde figuren lijken te zijn, die qua kleding en gedrag beter
aansluiten bij het tijdperk van de paardenkoets dan bij de
moderne gemeenschappen over wie ze regeerden, terwijl Hitier