c
QJ
>s
«3
VO
haar hoofd heeft
weinig ruimte meer
voor wat er was
voor wie en wat
nog komen zal
al heeft zij af en toe
nog vaag
herinneringen
aan de dingen
die zij vroeger
deed en dacht
maar meestal
is het nacht
in haar gedachten
de trage grachten
van haar geest
gaan langzaam
langs de muren
de bomen en de huizen
van een verdronken leven
Q)
U)
waarbij soms even
door een zonnevlek
een plekje donker water
helder wordt verlicht