VO
Zullen wij hier de tent opslaan,
vochtige terp, zoute bedding
bijna uitgeschept, omgespit,
weggezakt in het brakke,
luisterend naar de grasgolven
die zeewier beletten?
Kom, pin hem vast,
de lijnen spannen
boven stoppelig veld
tot de horizon
die skyline is, omdat
de wind achter meeuwen aan jaagt,
de zon naar schaduwen vist,
de haringen in funderingen staan.
QJ