OÉ Ook in woord gaat hij ons voor, de gids, broze dingen 3 van natuur bij de hand. Wij lopen onder een hemel van gewassen blauw over de dijk in een mens vergeten zomeravonduur. !Z Steeds meer karrevelden en inlagen schuiven aan ons voorbij, kluten en lepelaars herhalen zich, zeekraal, kwelbuizen en oude grondpatronen. Zijn woorden zoeken hun plek in van zilt en woede doortrokken verhalen. In bodemdiepe dorpen keert het tij van elke dag op dode schreden met berichten van de zee. Tot hier het teruggedrongen land, de geschouderde dijk, lui water, dat zich spiegelt aan een nagebleven uur, meeuwen, sterns, een tureluur. Gelig licht over voldongen, als een veelbetekenend, dun lachen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 49