besloot de redactie van Ballustrada om in dit nummer, als afle
vering in de reeks Laaglandse Poëzie, behalve de drie winnende
gedichten nog een aantal andere hoog geëindigde gedichten op
te nemen.
Bij het gezelschap van al deze dichters voegt zich de Vlaamse
poëet Hendrik Carette met een gedicht dat niet heeft mee-
gedongen, maar dat in de ogen van de jury een plaats verdient
in het geheel van dit thema. En om de verrassing voor de lezers
en wellicht ook voor deze dichters compleet te maken heeft
de redactie van Ballustrada de leden van de jury gevraagd een
eigen bijdrage te leveren in de vorm van een bij het thema pas
send gedicht. Dit verzoek is ook uitgegaan naar de bekende
dichter Wim Hofman. Ook van hem vindt u in dit nummer een
toepasselijk gedicht.
Als ik in het vervolg van deze inleiding nog eens met u langs de
winnende en geselecteerde gedichten wandel zal dat niet gaan
om een extra of nagekomen juryverslag. Dan is dat om tege
moet te komen aan dat gevoel van jammer op een manier,
waarop de uitslag van de wedstrijd in een breder geheel van
waardevolle inzendingen wordt ingebed. Op die manier is het
ook mogelijk om overeenkomsten aan te wijzen en hier en daar
waardering uit te spreken voor een zin, een treffende titel of
een verrassende invalshoek.
Het zal u niet verwonderen dat, naast zijn winnende gedicht,
ook de twee andere inzendingen van Harmen Wind hoog
eindigden. Drie gedichten met elk een andere toon maar alle
met dat gevoel van vervreemding, dat wordt opgeroepen door
het verbeelden en benadrukken van bijkomstige elementen,
die er in het geval van een ramp niet toe doen. Waardoor die
ramp zelf juist navranter in beeld komt. Dat getuigt van vak
manschap. Op een enigszins vergelijkbare manier vind je die
benadering terug in de gedichten 'Stormkapelle' van Peter
Vermaat en 'dag' van Marjon Zomer. Ook daar en overtuigend
die vervreemding.
Dan zijn er de gedichten, waarin naar de Ramp van 1953 en
naar eerdere rampen wordt teruggekeken. Beschouwend, zoals