c O DC O Een huis dat daalt en stijgt met zuidelijke vleugels Akkers, keien, de holle weg Fratsen van het voorjaar Roeken voor het raam V Als luidruchtige bouwvakkers vertimmerden ze de hemel Hakten onze dagen stuk met hun pneumatische snavels (De transistor natuurlijk voluit!) 0> O» "O uj Z. Na één ochtend begrepen we: dit is de roekenhei Stroef en hees vervloekten ze ons, sjouwend met rijshout Nesten in de steigers Q) "C Na zonsondergang dropten ze onheilspellende stiltes En later - in het dubbele duister van zware vleugels nacht - drongen ze onze dromen binnen vQ>

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 34