hun zoon Thomas. Karla is momenteel een gewaardeerd kun stenares, onder andere bekend door haar grensproject. In het niemandsland tussen West- en Oost-Berlijn heeft ze een project uitgevoerd dat bestaat uit messing konijntjes die hier en daar in het gras liggen en die refereren aan de tijd dat ze vanuit een raam aan de oostkant van de muur naar het niemandsland keek en daar frank en vrij konijntjes zag rondhuppelen. Enkele jaren geleden kreeg ze de opdracht een gedenkteken te maken voor de gevangenis aan de Prenzlauer Allee. Het werden Denk- zeichens für die Opfer der Haftstatte Prenzlauer Allee des sowjeti- schen Geheimdienstes NKWD und des Ministeriums für Staats- sicherheit der DDR en het bestaat uit 'Fragen' in witte letters op een zwarte band. Aan het gebouw van het Ministerium für Staatssicherheit waren rondom teksten aangebracht. Ik las ze ter plekke. 'Wieviel Schweigen ertrug das Ohr?' 'Was sagten geflüsterte Worte?' 'Wie hoorde 's nachts de jammerkreten?' Karla heeft haar weg wel gevonden in het nieuwe Duitsland en ze houdt niet erg van veel achterom kijken, net zoals ze tijdens haar workshops in Zierikzee niet steeds weer wilde uitleggen 'hoe het was in de tijd voor de val van de Muur'. In het her enigde Duitsland hecht men waarde aan mailart en met name aan mailart van vóór de Val. Dat blijkt uit het feit dat Karla een groot deel van het werk van Joseph Huber heeft kunnen onder brengen bij musea in Berlijn en Bremen. U kent ongetwijfeld de 'berichten uit de DDR' die vertellen over intellectuelen die voor elkaar boeken overschreven die het land waren binnengesmokkeld. Binnengesmokkelde type machines verlichtten dat werk aanzienlijk. De Nederlandse kunstenaar Kees Francke ging in de jaren vóór de val van de Muur met mailart in z'n koffers de grens over en logeerde bij netwerkers als Joseph W. Huber, Robert Rehfeldt, Friedrich Winnes, Pawel Petasz en anderen in de DDR en Polen. In samenwerking met die mailartiesten organiseerde hij daar dan in besloten kring kortdurende mailart-tentoonstellingen in huiskamers! De titel van zijn bekendste tentoonstelling? The Workers Paradise. Dankzij de medewerking van Ko de Jonge had Ballustrada al eens eerder aandacht besteed aan mailart en wel in het laatste nummer van de derde jaargang, nota bene eind 1989. Met geen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 31