verlang ik naar die vent van me. En seks dat we hebben. Ik geloof dat
ik een beetje teut word! Waar is Zus eigenlijk? Dit had ik echt even
nodig, jongens en meisjes. Zal blij zijn als ze Ger morgen ophalen en
netjes afleggen. Ik ga even kijken waar Zus is. Misschien is ze Gers
kleren aan het uitzoeken voor morgen. Ik ga wel mee om het graf te
graven. Dat wil ik meemaken. Een goede traditie lijkt me. Zus ont
vangt de lijkbezorger. Het schijnt dattie meneer ook een restaurant
heeft in het dorp.
"Gaan we daar toch morgen lekker eten als het graf op diepte
is!" vult Broer aan, die de berg af wil. Zijn vrouw barst in huilen
uit. Zij is hier al een week en de muren komen op haar af. Het
is warm in de keuken. Vanuit de huiskamer klinkt een zware
beat. De gasten zitten aan de grote tafel en luisteren naar Broer
tje die met half geloken ogen een strategie verdedigt én over de
drank en de wiet waakt. Ger is dood, leve Broertje. De sfeer in
het huis is bedompt. De middelen die tot euforie leiden slaan
niet aan. Alsof onze chemische huishouding niet ontvankelijk
is voor zinnenprikkels. Ik schenk een whiskey in en betreed het
zijkamertje. Buiten blaft de waakhond. Alsof hij Ger wekt. Voor
het leven dat uit hem weg is gevloeid is iets anders in de plaats
gekomen. Er huist een nieuwe Wil in hem. De Wil van de
Dood. Het is die Wil die tot mij spreekt. Waarom leggen we Ger
niet even buiten?
Ik dacht het niet, Kaki. Dat heb ik al eens gedaan. Je bent al aan het
schrijven hè? Ik verwacht niet anders. Teken me maar op. Luister!
Morgen lig ik in een kist en zal niemand mijn stem nog horen. Be
groet morgen een ieder die mee wil helpen met het graven van mijn
graf. Ik verwacht een aantal Ierse jongens en een onvoorziene gast.
Geef haar de ruimte. Neem wat drinken mee. Wat biertjes, een fles
Connemara whiskey en die jerrycan Potin die nog in de keuken staat
of hebben ze die al opgezopen? De lekkerste Potin van Ierland. Broer
tje zal zorgen voor schoppen, spades en pikhouwelen. Mijn Zoon zal
de laatste hand leggen aan de arbeid die jullie wacht. Ik weet dat
ik jullie in verwarring achterlaat. Dat maakt niet uit. Jullie hebben
altijd in verwarring over mij geleefd. Daarom heb ik jullie altijd
kunnen sturen. Door jullie in verwarring achter te laten stuur ik
jullie weer. Daarom zwijg ik ook over de Moeder van mijn Zoon.
Jullie zijn diegenen die zich met elkaar moeten verzoenen. Dat proces
van verzoening gaat veel problemen opleveren. Het zal mijn Zoon
volwassen maken. Mijn Broers zullen voor Moeder zorgen. Ik ben blij