DE SCHADUW OP DE BODEM VAN DE WERELD Thomas Ligotti vertaling Yorgos Dalman Voordat er iets van echt wonderbaarlijke aard gebeurde, was het seizoen met koortsachtige opzet opengebarsten. Althans, zo kwam het op ons over, of we toevallig in de stad woonden of ergens buiten zijn grenzen. (En tussen het platteland en de stad in reisde op dat moment Mr. Marble, een man die de merk waardige tekens van de seizoenen langer en tot op grotere diep tes dan wie dan ook bestudeerd had en profetieën blootlegde die niemand anders voor zich kon opeisen.) Op de kalenders die in zoveel van onze huizen hingen, illustreerde de maande lijkse prent de geest van de genummerde dagen eronder: ge bruinde, broze korenschoven die in een pas geoogst veld ston den, een smal huis en een brede schuur op de achtergrond, een lucht van vacuüm getrokken licht erboven, en vurig gebladerte aan weerszijden van het panorama. Maar iets duisters, iets on doorgrondelijks vindt altijd wel zijn weg naar de minzame schoonheid van zulke plaatjes, iets dat meestal in een staat van sluimering verkeerde, een omstrengelde aanwezigheid waarvan we altijd weten dat zij er is. En het was precies deze aanwezig heid die nu een crisis doormaakte, of misschien door kleine schaduwrijke stemmetjes in het hart van onze dromen heime lijk was opgeroepen. Er kwam een bittere geur in de lucht te recht als van zoete wijn die in azijn was veranderd en er straal de een welhaast hysterische schittering door de bomen, zowel in de stad als ook in de aangrenzende bossen, terwijl naast de tussengelegen wegen een overmatige aanwezigheid te bespeu ren was van doornappels, looiersbomen en torenhoge zonne bloemen die zacht heen en weer wiegden achter de gebroken hekken langs de berm. Zelfs de sterren in de kille nachten leken in een delirium te raken en namen de kleuren van aardse vlam men aan. Tenslotte was er een door de maan verlicht veld waar- een vogelverschrikker was neergezet om te waken over de grond die lang geleden al was kaal geploegd maar die nog steeds niet koud wilde worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2008 | | pagina 89