GEEN GEBOREN, MAAR EEN
GETOGEN SCHRIJVER
Over het oeuvre van Reinder Blijstra
QL Het zal Het aankomende jaar 3000 zijn geweest, verschenen in
1976, dat mij op het spoor van Reinder Blijstra zette. Een door
Manuel van Loggem samengestelde verzameling verhalen van
'Nederlandstalige literaire schrijvers; verhalen die - toevallig of
g met voorbedachten rade - een plaats innemen in het grote SF-
g$ gebeuren'. Aldus de flaptekst. Het was de tijd dat sciencefiction,
in het algemeen gelabeld als SF, al bijna een decennium apart
bj was gezet in genrereeksen, een marketingstrategie die succes en
q, tegelijkertijd het begin van het einde bracht, omdat het genre
in literair opzicht een steeds negatiever stempel kreeg. Er waren
J echter nog auteurs als Van Loggem, die zich met het genre ver-
2 bonden voelden en zich tegen die neergang verzetten, bijvoor-
03 beeld door zo'n bloemlezing als Het aankomend jaar 3000.
Enkele nog altijd bekende auteurs in deze verzameling zijn
Belcampo, Adriaan Morriën, Sybren Polet, Hugo Claus, Jan
3 Wolkers, Harry Mulisch en Hugo Raes. Maar dus ook Rein
(O Blijstra, met Het planetarium van Otze Otzinga. De introductie
van Blijstra vertelt: 'Rein Blijstra, die 73 jaar is geworden, was al
vroeg, in de tijden van Du Perron en Marsman, een proza
schrijver van betekenis en ook als zodanig erkend door zijn
tijdgenoten. Van beroep was hij kunstredacteur bij een dag
blad, hij was een internationaal erkend deskundige op het ge
bied van moderne bouwkunst en hij was een van de pioniers
van de science-fiction in ons land. Hij stierf in juli 1975.' Dat
maakte nieuwsgierig en die nieuwsgierigheid werd nog groter
toen ik ergens las dat Het planetarium van Otze Otzinga het titel
verhaal van de eerste bundel Nederlandstalige sciencefiction
verhalen zou zijn.
VA
Het planetarium van Otze Otzinga werd in 1962 door De Arbei
derspers gepubliceerd. Het bevat tien sciencefictionverhalen,