nemen van hysterisch gelach; of zelfs over het veld van de boer
waar een rulle berg aarde een bodemloos gat bedekte. Onze
angst was dat ze iets te weten konden komen, wat ze zeker ge
daan zouden hebben, over ons.
En we verloren alle hoop toen we zagen dat de bevende hand
het mes niet kon opheffen en het van pijn vertrokken gezicht
alleen maar kon toekijken hoe de twee verschrikkelijke slacht
offers - het juiste offer! - konden wegvluchten, om nooit meer
door ons gezien te worden. Nadien keerden we terug naar onze
huizen, die nu naar beschimmelde schaduwen roken, en gaven
ons over aan een droomloze slaap.
Bij dageraad werd het echter duidelijk dat er die nacht wel de
gelijk iets gebeurd was. De lucht was stil en overal was de grond
koud. De bomen droegen uitsluitend kale takken; alle bladeren
lagen donker en verschrompeld op de grond alsof het onver
klaarbare uitblijven van hun dood opeens plaats had gemaakt
voor een razende versterving. Ook duurde het niet lang voordat
het lichaam van Mr. Marble door een oude boer ontdekt werd.
Het lijk lag in ruste op een veld, met zijn gezicht naar beneden,
op een hoop aarde naast de overblijfselen van een aan stukken
gereten vogelverschrikker. Toen we het lichaam omkeerden, za
gen we dat zijn ogen al even star en kil waren als de asgrauwe
herfstmorgen zelf. We zagen ook dat de linkerarm afgehouwen
was door het mes dat in de rechterhand zat geklemd.
Bloed had over de aarde gevloeid en zo de teint van het vlees
van de dode zwart gemaakt. Maar diegenen onder ons die het
slappe, bijna gewichtloze lichaam hadden opgepakt en daarbij
de vingers in de gapende wond hadden gestoken, vonden niets
dat als bloed voelde. We wisten natuurlijk wat die donkere
zwartigheid wél was; we wisten allemaal wat zijn weg in het li
chaam van de man voor ons gevonden had en wat hem naar
beneden, naar zijn primitieve wereld had gesleurd. Zijn dro
men hadden altijd al dieper gereikt dan de onze. Dus begroe
ven we hem diep in een bodemloos graf.
('The Shadow at the bottom of the world',
vertaald met toestemming door Yorgos Dalman, 2006.)