O
LU
CO
Ze had een bed, een slee, een tombe
om in te drijven, om weg te glijden
's nachts. Ze zei ons waar de lakens
van thuis lagen om haar in te wikkelen,
het linnen zwaar van herinneringen
in elke vouw. Het bed, een schip is
naar mij toe gezeild. Zijn hout was
eens een kerselaar. Geboend gloeit het
als huid, als vruchten. Ik lig erin
en overdenk hoe het van zover kwam
om mij koesterend vast te houden en
terug te voeren naar mijn oorsprong,
haar buik, haar bed, waar ik uitglipte
het bestaan in, hier eindigend,
V) een eeuw doorwadend, een zee van tijd.
Wat een weelde om tenslotte
te rusten waar het allemaal begon.
W
Mi
(Uit: An Armful of Time2005, Waterline Books, Hardwick, Massachusetts.
Q) Vertaling: Emma Crebolder)
Ov
in