pen - of toch wel? Hoe dan ook, het lijkt erop dat ze niet
zomaar wegkan. Ze zinkt dan terug naar haar plaats, waar ze
zonet vandaan kwam, als de overwonnene in een strijd die
nauwelijks diende gestreden te worden.
Het is de oude man die - onwetend over de mislukte vlucht
poging van de vrouw - op zijn beurt besluit weg te gaan. Zijn
gezicht staat onverschillig, hij neemt het leven zoals het komt,
deze dag is net zo nutteloos gebleken als de voorgaande. Het is
strompelend dat hij tot bij de man met de regenmantel geraakt,
en daar houdt hij halt, geconfronteerd door hetzelfde feno
meen dat zonet de geblondeerde vrouw tegenhield. Wanneer
hij opkijkt probeert hij de aandacht van de man met de regen
mantel te trekken, wat evenwel niet lukt. Die man blijft zijn
aandacht gericht houden op het televisiescherm (geluiden van
absolute paniek, geluiden van wervelende waterstromen, en
vervolgens ruis vooraleer haastig naar de studio wordt terug
geschakeld). Het scherm, en wat daarachter schuilgaat, lijkt
hem enige werkelijkheid. Misschien wel terecht, denkt de oude
man. We hebben allemaal de vergissing begaan die onechte
realiteit in ons leven een ruime plaats te geven. Ondertussen
echter wordt hij geconfronteerd met de plas en met de stellige
aanwezigheid van de man in de regenmantel. Het zwarte water
van de plas heeft nu een groot deel van de vloer vóór de toog
in beslag genomen en nog neemt het volume toe. Vanuit zijn
ooghoek neemt hij nog méér natuurlijke rampen waar wanneer
de nieuwslezer een opsomming geeft van plaatsen waar het
water de mens bedreigt. En de oude man herkent sommige van
die namen. Het gaat niet alleen meer over verre landen en
exotische steden. Het is hier, en het is nu.
Het begint met een plas water.
Nee - het begint eerder al. Het begint met een man die een café
binnenstapt en zich het recht toeeigent een koffie te bestellen.
Een man in een donkere regenmantel.