alleen met zichzelf en een bokser, rugzak, muziekkoffer, pret-
tende ogen en halflang steil zwart haar. De Jager was nagenoeg
leeg maar ze parkeerde zich als vanzelfsprekend in de hoek
van Kvam, aan dezelfde tafel. Met haar handen bestelde ze een
spiegelei en water voor de hond. Ze sprak wel, maar Spaans.
Kvam slecht, dus werd het Frans, en dat zou al die jaren zo
blijven: neutraal in de taal. Kvam liet een fles rood aandragen
en zij liet hem zacht haar trompet horen. Het was muziek die
hij niet kende, heel nieuw, of heel oud, wilde windmuziek, het
smaragdgroen, kobaltblauw, domino, vermiljoen van sirenen
zang. Ze was onderweg naar Domburg, om met de zee te
spelen. Toen de middag op z'n eind liep deinden ze in eikaars
handen en ogen en viel aan het vervolg niet te ontkomen. Per
taxi werd het ontvangtoestel opgehaald, het atelier bereikt. Van
wat ze in de keuken aantrof wist ze een feestmaal te toveren, en
laat die avond probeerde hij haar uit te leggen waar hij met zijn
doeken heen wilde. Ze leken elkaar te begrijpen en beklonken
het op z'n Frans, zonder radio. Hier is verdere fantasie over
bodig. De bokser was op konijnenjacht.
In de weken die volgden schilderde Kvam weinig: het atelier
was te krap voor twee, er moest worden uitgebreid en bijge
bouwd. Uit de wegsijpelende fondsen wist hij een afgedankte
caravan te bemachtigen en geluiddicht te klussen, zodat Naomi
er in gestelde tijden kon spelen. Kvam was stapelgek op dit
gedeelde leven en verdroeg vrijwel alles, maar de trompet werd
soms een teveel. De radio, als tegengeluid, gaf geen soelaas en
bracht hij mij cadeau; Naomi had geen bezwaar want maakte
liever zelf muziek.
Domburg. Domburg was wel wat gewend en sprak geen
schande van artiesten als het na tienen maar stil was. Kvam
kon zich daar goed in schikken. Naomi kreeg juist kriebels rond
tienen. Ze was een nachtvogel en op haar best als alles in rust
was, de lampen gedoofd, dan klopten er minder eigenvreemde
hertzen tussen haar zuidelijke ziel, haar longen, het instrument
en de zee. Dan kon ze in duet met potvissen. Ze mokte een paar
dagen maar liet zich tenslotte in de gemeenschap schikken. Na
tienen bemoedigde Kvam haar in het uitwerkend schriftzetten
van invallen en scheppingen, bracht inkt en notenbalken,