HET CINERAMA SYNDROOM Hij was zijn bedrijf kwijt. Hij kon niemand de schuld geven. Hij was geen iid van een politieke partij. Hij was geen lid van een geloof. Hij had geen kruiwagens. Het was failliet, en alles ging naar China. Alles haalde het uit China. Kogellagers. En tien jaar geleden had hij ze zelf nog een rondleiding gegeven, op verzoek van de KvK, Chinezen met een dikke pik delegatie uit Den Haag. Alles stond op straat. Fabriek en bv leeg als de zee. Hij reed in zijn nieuwe vw over de Brouwersdam, richting Randstad. Het was middag en het miezerde. De zon brak door. Er stond een regenboog op zee. Hij geloofde niet in regen bogen, niet in wat er achter lag. Hij geloofde in werk en reed door, stopte bij een patatkraam, schoof het koffertje onder de stoel, en stapte uit voor een kaal patatje. Hij was al een jaar van de mayonaise af en hield het vol: wanneer hij het rook werd hij onpasselijk en ging ergens anders staan. Hij at de patat zonder haast, genoot van de kite-surfers, hun vrijheid en maling aan boete. De laatste vijf waren voor de meeuwen. Dat was ooit begonnen op de boot naar een waddeneiland, met opa: zodat hij zou leren niet alles voor zichzelf te houden. Ha Ha Ha Ha Ha Ha Ha, Ha, riepen de meeuwen. Hij stapte weer in en legde het koffertje terug op de passagiersstoel. In de ochtend was hij voor de derde keer van huis gegaan om zich in te schrijven bij het bureau voor de ww. En het was weer niet gelukt. Hij kon het niet, al zijn nummers en papieren door een puist van twintig laten controleren en op een computer in tikken. Hij was doorgereden, nu op de Brouwersdam, gisteren Antwerpen, vrijdag verdwaald in het Roergebied. Bij Stellendam besloot hij de Randstad aan te doen; welke rand stad wist hij nog niet, vertrouwde het toe aan vw en intuïtie. Naar huis bellen - het wordt laat vanavond - hoefde niet meer:

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 5