staande, wankelend op mijn benen, soms stukjes kruipend, me
vast houdend aan de benen om me heen. Hoog boven mijn
hoofd draaiden hoofden rond als de gouden ballen op de kar
van Cagliostro. Onmetelijk ver weg, vervormd door schaduw
zag ik de gezichten als grove mombakkesen geboetseerd uit
rivierklei met vuistgrote gaten van drinkende monden, tette
rende monden, slurpende monden en bulderende monden.
Per toeval tuimelde ik een achterkamer binnen, waar ik het
tweetal aantrof. Ze zaten aan een ronde tafel met wat andere
heren. Reinaarde had zijn achterpoten op tafel gelegd en leun
de achterover waarbij hij zijn stoel vervaarlijk liet kantelen. Hij
had zijn ogen gesloten en lurkte aan een aardewerken pijp met
lange steel. De Cyperse Kater zat meer ineengedoken, maar ook
hij was een toonbeeld van tevredenheid, voldaan spinnend,
met de pijp bungelend vanaf zijn mondhoek.
Ik trok de vos aan zijn mouw. Hij staarde me eerst een tijd aan,
alsof hij me niet herkende door de dichte rook. De rook was
zoetig en prikkelde in mijn neus.
"De kleine pop," zei hij toen. "Neem plaats." Hij wees op een
vrije stoel. Ik ging zitten en kon, evenals de onderuitgezakte
vos en de kat, maar net boven de tafel uitkijken.
"Platitude," opperde een man met een ooglap.
"Aha," zei de Cyperse Kater, "Platitude, oftewel een kanten
onderzettertje gebruikt door huissloven om de mahoniehouten
tafel van de meester te vrijwaren van onbedoelde kringen ge
maakt door theekopjes, gebaksbordjes en dergelijke."
Er werd instemmend geknikt.
"De Cyperse Kater vermaakt ons met het verklaren van moei
lijke woorden," legde de vos uit, "op die manier trainen we
onze geest, terwijl ons lichaam ontspant."
"Sybariet," zei een gezicht dat bijna geheel verborgen ging door
rook.
"Kinderlijk eenvoudig," meende de Kater, "sybariet is de che
mische verbinding die gebruikt wordt bij de vervaardiging van
plakpapier voor vliegen. Plakpapier dient vliegen te ontdoen
van hun breekbare vleugeltjes, zodat ze daarna als uit de klui
ten gewassen mieren door het leven kunnen."
De rook maakte me duizelig. Het prikkelde in mijn hoofd. Ik
moest denken aan de chemische stoffen in mijn hoofd. Wat
was ik als ik niet Cagliostro's grote ontdekking was.