interieur (1) Een traag bewegende tijger ergens aan de Boulevard de Malesherbes: je dronk rosé, zei liever op de luiheid van het dier te vertrouwen dan op het pantserglas. Rondom wervelende spelers in rood, groen en wit, maar vaal en verblekend als uitgebloeide rozen. Een benauwd ontwaken uit de wereld van je eigen spel, een wisseling van droom en daad. In het dovend licht de spiegelende ogen van het monster als een tinkelende echo van hoe jij je Shakespeares wereld dacht, maar hier geen middernachtzon om decors te verpulveren. Alleen een fosforescerende glans over de ruggen van de danseressen en hartverscheurende muziek die angst verdoven moest.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2006 | | pagina 63