Interieur (2)
Op hete zomermiddagen
de keuze
tussen koel, glad marmer
en de degelijke ruwheid van houten vloeren,
de donkere kamers waar de warmte als een juk
over je schouders viel
of de salon
waar witte banken en stoelen
gewichtloos leken
tot ook daar de luiken zich sloten
om de hitte te weren
en de opdringerige wereld
met zijn atmosferische trucs,
zijn valse vergezichten,
het geroep en gedweep op het marktplein,
het zoeken naar goden
met hun rampen, ziekten en insecten
in de naden van het hout.
De rustbanken langzaam doorsijpeld
van vocht, de gelatenheid van het zwijgende huis,
de hunkering
naar het ondergaan van de aanbeden zon,
het jubelende morgenlicht achter de kim,
de eerste trilling van wind
als de vooravond glanzend
over de vloeren streek,
de zucht waarmee de fauteuils
hun eigen gewicht hernamen.
<N
vO