waarom het woordje 'en' laten staan? Is dat een uitnodiging? Is Theo op zoek naar een nieuwe partner en maakt hij er op deze manier een invuloefening van? Hij heeft trouwens leuke spulletjes. Naast het winkeltje café-restaurant De Druiventros. Voor het café staat een rood autootje met op de zijruit een bordje: Fuck legal street rules. We rijden langs De Kleine Winst, een zaakje dat alles voor de halve prijs weggeeft en snackbar Het Frietkotje, zo gesloten als een oestertje. Je kunt trouwens in je blote kont door de straten lopen zonder dat je een opstootje veroorzaakt. We verlaten het dorp en zetten koers naar Anna Jacobapolder. Misschien is daar koffie. Waarschijnlijk wel, maar geen café. Aan het eind van de hoofdstraat wel een kerk met een klok kentoren. Zo'n open ding met een bel bovenin. Voor de kerk drie parkeerplaatsen met bordjes Alleen voor bezoekers. Kerk bezoekers. Heeft de kerk maar drie leden? Of zijn ze bang dat het hele dorp zijn auto voor de kerk zal zetten? Geen café, dan ook geen wc. We rijden langs de zeedijk waar ik stop omdat ik zowat op klappen sta en kijk oplettend rond. Sinds een paar jaar is er op verzoek van het volk heel veel blauw op straat met een prestatiecontract en een neus voor futiliteiten. De hond wil ook, maar ik wil eerst koffie. We proberen het Veerhuis waar vroeger het vlot Anna Jacobapolder-Zijpe heen en weer gleed. Het is wel open, maar de hond mag niet binnen en wij zijn solidair. Ze zwaaien ons uit en we rijden terug naar Sint- Philipsiand, langs een gehucht dat De Sluis heet. Een verzame ling naoorlogse huisjes waar je ook geen polonaise mag ver wachten. Dan maar weer terug naar café-restaurant De Druiven tros, onze laatste kans. Hond uit de auto. Binnen stuiten we op een bordje verboden voor honden. We mogen weer terug en hij begrijpt er geen fluit van. Dat gejojo is ook niet uit te leggen. "We gaan naar huis," zegt Saar. Het begint nu te miezeren. We rijden door een nieuwbouwwijk waar dure huizen staan. Daar zien we de eerste mensen op straat. Een jongen en een meisje lopen naast elkaar verkering te hebben. De jongen straalt een gelatenheid uit alsof hij zojuist iets heeft geprobeerd waarvan tevoren vaststond dat het toch niet zou lukken. Het is ook geen dag voor verkering. Ergens achter in mijn hoofd zingt Richard

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2006 | | pagina 32