nachtrust van hooguit een paar uur. Onder die omstandig heden kon ik natuurlijk niet blijven werken, zeker niet in de slangenkuil waarin ik mijn dagelijks brood verdiende. Ik meld de me officieel ziek. Na een paar dagen belde mijn baas met de mededeling dat mijn werk bleef liggen omdat hij geen invaller kon vinden. Ik trok me niks van zijn gezeik aan en bleef thuis, zodat ik van uur tot uur de nieuwsuitzendingen over de oorlog kon volgen. Voor het eerst van mijn leven was mijn land in oorlog. Het was een luxueuze oorlog, dat wel. Aan onze kant mocht niemand sneuvelen. Desondanks hing er opwinding in de lucht. We waren in oorlog. Die opwinding hadden we te danken aan de media, want in ons eigen land zou nog geen tuinhekje be schadigd kunnen raken. Dankzij de vooruitgang waren we in staat om zonder risico's de kleine, afzichtelijke en brutale vijand gefaseerd te bombarderen. Eerst kwamen militaire doe len aan de beurt, na een week of wat krachtcentrales, chemi sche bedrijven, benzineopslagplaatsen. Nu waren spoorwegen, bruggen, fabrieken en bejaardenhuizen de pineut. Maar het koppige volk, dat ons gedurende tientallen jaren zon, pruimen jenever, rotsen en stranden had verkocht, wist van geen wijken. Na drie weken was de oorlog een vertrouwd ding op de buis geworden, net zo gewoon als een quiz of een talkshow. Nie mand keek er dan ook van op toen de Nis-expres vernietigd werd. De woordvoerder van het Bondgenootschap legde aan het eind van die dag met een cockneygrijns uit dat het om een bedrijfsfout ging, een kleine onvolkomenheid. Waar gehakt werd, vielen spaanders en hoofden. Hilarisch was de propagandaoorlog die woedde. Het vijan delijke staatshoofd M. werd met Hitler, Pol Pot en Stalin ver geleken. Eigenlijk had hij, de Baby Face Killer, met terugwer kende kracht de Eerste en Tweede Wereldoorlog veroorzaakt. Hij werd belachelijk gemaakt omdat zijn ouders zelfmoord hadden gepleegd. Hij zou het slachtoffer zijn van een duister doodsverlangen. En zo ging het maar door. Als M. iets slechts deed was hij slecht. Als hij iets goeds deed - het vrijlaten van drie krijgsgevangenen - was hij zwak. (Bovendien, zo berichtte een Amerikaanse militaire woordvoerder, had een van de drie

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2006 | | pagina 24