De klapper klapt en de wind giert om een kandelaber. O, slierten van sjek en wier en klakkers klakken, om haar hals en haar. Koren rijpt, het bestaan niet karig. juwelen, ringen en banden een koperen gong! De mite jint, dat er ruzie was om een kring van vrienden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 74