strand, hoe werden meeuwen wolven? Ik weet nog hoe Groen-
Links begon. Opgebouwd uit elementen die de samenleving
veel heil en zegen beloofden. Wars van commercie en barstens
vol idealisme dat er langzaam vanaf droop. Sympathieke denk
beelden van mensen die graag met de bus hun families be
zochten in zorgvuldig weggestopte dorpen aan de randen van
dit land. Omdat het bezit van een auto net zo'n onoverkome
lijke misstap was als het oog van de duivel in een zwaar gere
formeerd gezin. Maar de bus rijdt niet meer. Het overgrote deel
van de leden vindt een middenklassertje acceptabel en de partij
focust naar nieuwe doelen. Commercie is niet langer foei.
Onder invloed van het Nieuwe Eurodenken komen ze tot
debiele taalcombinaties die de weg moeten vrijmaken naar
meer inkomsten. Toeristenbelasting is altijd al een onding
geweest. Wie heeft in vredesnaam ooit de grofheid van geest
gehad om mensen uit te nodigen onze streek te bezoeken en
ze daarna van hun geld te ontdoen? In de middeleeuwen lag
hier een taak voor de roofridder. Maar door het jargon wat te
wijzigen en van iedere Zeeuw een toerist te maken weet Groen
links op slinkse wijze gestolen inkomsten legaal wit te wassen
en nieuwsgierig de reacties af te wachten alvorens nieuwe taal
kundige vondsten te produceren die weer geld opleveren. Kort
om, al die vormen van beleving komen neer op het talentvol
versieren van versleten kreten. En daar blijft het uiteraard niet
bij. Daarnaast voorzie ik in de nabije toekomst een aanslag op
onze emotionele wereld. Want hoe lang gaat het nog duren
voor onze lustbeleving een belastingpost wordt. Of onze be
leving van geluk? Of van verdriet? Volgens sommige filosofen
schuilt er een zeker plezier in het hebben van verdriet. Betaal je
dan dubbel? Ik verbaas me nergens meer over. Als het aan
GroenLinks ligt verzuipt de toekomst binnenkort in abstracties.
Hoe werden meeuwen wolven. A. Roland Holst had een voor
uitziende blik toen hij zijn gedicht schreef. Hij beschreef de
verandering die zich voltrok binnen een politieke partij die op
dat moment niet eens bestond. Over het hele tafereel ligt de
naderende dreiging van iets dat nog komen moet, als een
onweer aan de horizon. En in de verte riep de zee, de golven
zongen, de meeuwen schreeuwden, welke vloot belaagt ons
strand, hoe werden meeuwen wolven, huilende wolven, en de
zee de dood?