verpulvert je ego en je ziel wordt ontvankelijk. Zo leven, hmm, zei de oude sjofele man, leven is een mysterieuze methode met een genadeloze logica zonder enig betekenisvol doel. Op het einde oogst je enkel nutteloze spijt. Onze held stond op en gaf de fles terug. Ik die dacht dat je een bondgenoot kon zijn, zei hij vol verachting, dat iemand je gezonden had, je bent gewoon een dronkaard. De oude sjofele man sprong krachtig op, bovenmenselijk was het, hij greep onze held bij de keel en duwde hem tegen een paal, tot zijn voeten de grond niet meer tipten. Wil je de dood uitdagen, siste hij in het oor van onze held, denk je dat het spannend zal zijn? Je vergist je, het is geen spektakel, er zijn geen toeschouwers, het zou wel eens oerver- velend kunnen worden, een gevecht waar nooit iets in gebeurt. Want als je alles weet, wat zou je dan nog in beweging kunnen brengen? Hij liet de held los, hoestend stortte die neer, en pas tientallen seconden later krabbelde hij terug op de knieën. De oude sjofele man hielp hem overeind. Dus toch, zei onze held, lachend en overtuigd. Zijn linkerbeen begon weer te trillen. Hier, zei de oude sjofele man, en hield hem een zware trom melrevolver voor, die zul je nodig hebben. De metro snelde het station in. In de tweede wagon zag hij vrouw en kind zitten. Slepend met het trillende linkerbeen sleurde hij zich het treinstel in. Te gelijkertijd, aan het andere eind, gleed de profeet naar binnen. Het leek wel een rugzaktoerist, met de geldbuidel rond de hals, een banaan op de buik en de zware bergbottinnen bovenop zijn lading. Potzdamer Platz, besloot onze held, het financieel centrum van de stad, ik heb nog vijf stations om hem tegen te houden. Hij stapte naar zijn vrouw en kind. Zijn zoontje stak de armen uit en begon hevig op en neer te wippen in de kin derwagen. De metro reed het eerste station binnen. Onze held klikte de veiligheid op de rem af, drukte de deur open en reed zijn zoon het perron op. Zijn vrouw volgde, wat doe je? riep ze geërgerd. Ik heb geen tijd, hij zit in de metro, binnen enkele stations blaast hij zich op. Ik ook niet, zei ze, ze trok hem de kinderwagen uit handen en glipte op het nippertje tussen de dichtgaande deuren van de trein. De metro trok zich in gang. Helemaal achteraan stond de profeet op de kaart te kijken. Rode demonenogen slokten hem de ondergrond in. Onze held

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 88