zich in voorbijschietende gebeurtenissen, ontwikkelingen, sei
zoenen, wanen, passies, ziekten, mislukkingen en overwin-
ninkjes, evenementen, rampen, verjaardagen, slaap- en waak-
perioden; het altijd dichtbije begin herinnerde je je niet en het
even nabije einde voorzag je niet. Amen.'
Oorlog is retorica
Opgedragen aan justitieminister Donner
Wie het zwaard heeft, bezit het recht. Een waarheid als een koe,
die ook door Göring gretig gemolken is. Het gaat immers om
een evidente opvatting die we in allerlei vormen al eeuwenlang
tegenkomen. Pietro Bembo, kardinaal-dichter en auteur van de
eerste Italiaanse grammatica (ca. 1500), beweerde eens dat het
krijgsbedrijf niets anders was dan versiering van de geletterd
heid: de daad stond in dienst van het woord en was daaraan in
alle opzichten ondergeschikt. Zijn gespreksgenoot, graaf Ludo-
vica da Canossa, huldigde het tegenovergestelde standpunt.
Bembo 'moest maar eens horen over een onenigheid waarbij
degenen die het gelijk van de wapens verdedigen, wapens
mogen hanteren en zij die de wetenschap verdedigen, zich mo
gen bedienen van die wetenschap. Als dat gebeurt, zult u zien
dat de geletterden het onderspit delven'. Hieraan valt
natuurlijk niet te twijfelen. Anderzijds is het zo, dat het woord
meestal bepaalt waar en wanneer het wapen wordt ingezet. Let
op de persoon met gevorkte tong, strategisch opgesteld achter
de schouder van de wapendrager, die deze van alles in het oor
fluistert vóór de woeste aanval begint. Herinner je het school
plein, de straat, het café; denk aan de dor ritselende beraad
slagingen in kabinet en parlement, die elders, altijd elders, het
bloed doen stromen. En eeuwig met de beste bedoeling, de
beste! 't Was immers voor vrijheid en democratie dat wij de
passagierstreinen, kraamklinieken en TV-zenders in Joegoslavië
bombardeerden. Bovendien een goeie oefening en niet mis te
verstane roffels op de borst tegenover Rusland!
Wie het zwaard heeft bezit het recht; en wie het recht heeft ziet
op zijn vingerknip een leger advocaten uit de grond omhoog-
schieten, als Iasons drakentanden, om een ieder kapot te praten
die geen zwaard bezit.