zwartboek over de Hitler-terreur (1933) en ondersteunde, actief
publicerend, antifascistische activiteiten: "een heel volk heeft
zich ingelaten met het geloof in het dierlijke, in ras en derge
lijke onzin". Hij werd zich bewust dat Frankrijk en Engeland
het gevaar niet zouden stoppen en zijn houding tegenover de
Sovjetunie werd milder.
De grote bewegingen in Europa bedreigden de vertrouwde
ordening van Capeks persoonlijke leven en nadat hij zich jaren
lang op de kleine dingen had gericht, werd de verstarring in
zijn eigen persoonlijkheid doorbroken. Hij begon weer romans
te schrijven en snel achter elkaar verschenen Hordubal (1933),
De meteoor (1934) en Een gewoon leven (1934), drie afzonderlijke
romans die door Capek een trilogie werden genoemd. Voor wat
betreft zijn psychologische achtergrond was het dat ook: staps
gewijs was hij de weg naar zichzelf gegaan, van een veelvuldige
subjectieve werkelijkheid naar zelfkennis. Pas op het eind van
Een gewoon leven wordt het persoonlijke isolement doorbroken
en kan de hoofdpersoon in relatie komen met zijn medemens.
De eerste brigade (1937), over mannelijke solidariteit, kan
worden gezien als het vervolg op die trilogie: na het in relatie
komen met, volgt het ook echt bij een groep horen. Deze
psychologische ontwikkeling leidde er toe dat het huwelijk met
Olga in 1935 eindelijk werd voltrokken.
Na het doorbreken van zijn persoonlijke verstarring kwam er
ook weer ruimte voor sciencefiction, zoals in De oorlog met de
salamanders (1936) en het toneelstuk De witte ziekte (1937), een
anti-utopie waarin een mysterieuze ziekte het voortbestaan van
de mens bedreigt. De arts die een medicijn vindt, wil de dic
tator alleen maar genezen als deze geen oorlog meer maakt.
Capek vond dat de schuld niet in eerste instantie bij de oor
logsmisdadigers ligt, maar bij degenen die de bevelen geven en
die de oorlog financieren.
In februari 1938 gaat Capek laatste toneelstuk in première, De
moeder. De vijand trekt het land binnen en het jongste kind
van de moeder wil de barricades op. Zij probeert haar lieveling
tegen te houden, maar de wreedheden van de vijand worden
steeds groter en uiteindelijk beveelt de moeder haar kind het
geweer ter hand te nemen. Zelfs Capeks eigen moeder, op wie
de moeder uit het toneelstuk is gebaseerd, zou hem in de toen-