ook doen denken aan de antipoëzie van de dadaïsten. Gains- bourgs subversiviteit ligt dan ook niet alleen in de thema's die hij in zijn gedichten aansnijdt maar ook, of misschien zelfs juist, in zijn perverse spel met de taal. Een ander regelmatig terugkerend thema in Gainsbourgs werk is de 'trou de balie', de anus als erogene zone en als uitlaat van subversieve gassen. Enkele jaren na het bekende Je T'Aime, Moi Non Plus verscheen opnieuw een duet tussen Gainsbourg en Jane Birkin dat als de late flipside van de hit uit 1969 kan wor den beschouwd. La Décadanse en de bijbehorende dirty dance bevatten verwijzingen naar anale seks, een obsessie die Gains bourg deelde met de belangrijkste vertegenwoordiger van het surrealisme van dat moment, Salvador Dali. Gainsbourg be wonderde Dali en was te gast geweest op een van diens clan destiene pornofilmvertoningen in zijn huis op de rive gauche. Tijdens de voorbereidingen van de Décadanse was er sprake van dat Dali de dans zou helpen ontwikkelen, maar de samen werking tussen de dichter en de schilder kwam niet van de grond en de Décadanse beleefde een roemloos einde in het discocircuit. Niet lang daarna stelde Gainsbourg het succes van Je T'Aime, Moi Non Plus opnieuw op de proef met zijn gelijk namige film uit 1976. In deze rauwe, nihilistische liefdes geschiedenis speelt Jane Birkin de androgyne ('no tits and a big arse') Johnny. Haar tegenspeler is Joe Dalessandro, in de film een homoseksuele vuilnisman die verliefd wordt op het meisje. In het desolate niemandsland waar de twee elkaar ontmoeten, volgen verscheidene pogingen tot anale seks die steeds op niets uitlopen omdat Johnny het van pijn zo hard uitschreeuwt dat hoteleigenaren zich genoodzaakt zien het paar op straat te zet ten. Nadat het stel op een vuilniswagen, ver van de bewoonde wereld, eindelijk succes heeft, ligt de dood alweer op de loer: Johnny overleeft ternauwernood een moordaanslag van de ja loerse partner van de vuilnisman die, wrang genoeg, in deze pathologische blijk van liefde aanleiding ziet om terug te gaan naar zijn vriend. Gainsbourg droeg de ondergewaardeerde film op aan Boris Vian maar ruimde tegelijkertijd plaats in voor een walgelijk, scheten latend personage die ook Boris heet. 'Tout est nul', je bent nihilist of je bent het niet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 78