zette Baudelaire's Fleurs Du Mal op muziek; Boris Vian zong zijn eigen nihilistische gedichten, en zelfs een tekst van de weinig swingende Sartre werd door Kosma van muziek voorzien. Gainsbourgs eerste album, Du Chante A La Une, haakte in op deze traditie. Het bevatte negen chansons die in 1958 op de rive gauche enthousiast werden ontvangen. Maar het chanson was voor Gainsbourg geen doel op zich. Muziek was voor hem van begin af aan niet meer dan een verleidelijke verpakking voor zijn gedichten. "Ik denk nooit in muziek," bekende hij in 1981, "ik denk in woorden. Muziek is onnatuurlijk. Ik zing nooit, behalve als ik er erg veel geld voor krijg, of in bad." Van het chanson schakelde hij in de loop van zijn carrière dan ook moeiteloos over naar andere populaire muzieksoorten als pop, jazz, rock en reggae, daarbij steeds zoekend naar subtiele, per verse combinaties van tekst, muziek en vertolker. In 1966 schreef Gainsbourg het nummer Les Sucettes voor de toen zestienjarige France Gall. Zich niet bewust van de dubbele bodem die de songtekst bevatte, zong de popster opgewekt over een leeftijdgenote die zich in het paradijs waant als ze op een lolly zuigt en het vocht in haar keel voelt glijden. Galle was de eerste 'lolycéenne', een term die Gainsbourg bedacht voor jonge, sexy meisjes die als voertuig voor zijn obscene song teksten dienden. De seksuele aantrekkingskracht van minder jarige meisjes, meestal gekoppeld aan de dood, is een obsessie die in Gainsbourgs werk regelmatig zou terugkeren. Met name de albums Histoire De Melody Nelson uit 1971 en L'Homme A Tête De Chou uit 1975 zijn uitwerkingen van dit thema. Beide lp's worden vaak conceptalbums genoemd, maar zijn in feite sur realistische verhalende gedichten die door Gainsbourg worden voorgedragen op de toon van een voice-over in een film noir. In Histoire De Melody Nelson schetst Gainsbourg het beeld van een man van middelbare leeftijd die met zijn Rolls Royce een meisje van vijftien aanrijdt en zo opgewonden raakt van de onderbroek die tijdens haar buiteling zichtbaar wordt, dat hij haar meeneemt naar een hotel en haar ontmaagdt. Het verhaal eindigt met de dood van het meisje in een vliegtuigongeluk. In L'Homme A Tête De Chou vertelt een journalist hoe hij verliefd werd op een jonge, zwarte kapster en langzamerhand krank zinnig werd toen het meisje een wreed spel met zijn gevoelens

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 76