De fantastische reis van Arthur Gordon Pym, waar in het hoofd
stuk van de transformatie zo nadrukkelijk naar wordt ver
wezen, ondersteunt mijn interpretatie. De witte wereld waar
Bouwmeester net als Arthur Gordon Pym terecht komt wan
neer de werkelijkheid verandert, is ook niet de dood van Pym.
Die komt immers terug naar de bekende wereld waar hij zijn
verhaal aan Poe vertelt, die het optekent maar "weigerde dit
verhaal te voltooien, op grond van de onnauwkeurigheid der
hem verstrekte feiten." En zelf kan Pym het ook niet meer ver
tellen, want "de vrees is gewettigd, dat de weinige laatste
hoofdstukken, waarmede zijn relaas zou moeten worden be
sloten, en die door hem ten behoeve van een revisie werden
achtergehouden, terwijl de voorafgaande reeds gezet waren,
onherroepelijk verloren zijn gegaan als gevolg van het ongeluk,
waarbij hijzelf is omgekomen."
Hoogste tijd kan worden beschouwd als een fantasy van de soort
'onmogelijke gebeurtenis in de ons bekende werkelijkheid',
waarin, als in de meeste fantasy, magie een cruciale rol speelt,
maar nu wel teruggebracht tot de kern: het direct vanuit de
verbeelding veranderen van de werkelijkheid. Het overtreft het
verhaal van Poe, door de lezer de magische transformatie te
laten ervaren en niet slechts als een vermoeden, een rationele
conclusie op te dringen. Het overtreft daarin ook de heden
daagse fantasy, waarin magie weliswaar overdadig aanwezig is,
maar die blijft steken in een afstandelijk verslag van het resul
taat, van de verandering op zich, zonder de lezer die magie te
laten ervaren.
Door dit aspect, dat geheel aan de lezers voorbij lijkt te gaan en
ook bij Kralt geheel buiten beschouwing blijft, is Hoogste tijd
verplichte literatuur voor alle fantasyschrijvers die magie in
hun verhalen gebruiken.