Bouwmeester naar huis gebracht. Daar, kijkend naar de tele
visie, onbereikbaar voor de mensen om hem heen, is het "of hij
langzaam leegliep, als een bad met vuil, ondoorzichtig water."
De werkelijkheid vermengt zich met verwarde herinneringen,
met wat er op de televisie gebeurt, waar een eerder opgenomen
interview laat horen dat de voorstelling wél doorgaat. Het is in
dit hoofdstuk dat Mulisch de citaten uit Poe's klassieker ver
werkt. Bouwmeester wordt als Arthur Gordon Pym, in de kleine
boot van zichzelf dolend door een witte wereld, een blanco
wereld die hij zelf invult met zijn eigen beelden. Het hoofdstuk
eindigt met: en op dat moment snelt de ark in de omhel
zing van de cataract, waar de afgrond zich opent om hem te
ontvangen..."
Het is niet het einde van de roman. Het laatste hoofdstuk is een
begin en het heet dan ook 'Première'. Het beschrijft gedetail
leerd hoe Pierre de Vries de première van zijn afscheidsvoor-
stelling De Storm ervaart; het succes, zijn huldiging daarna, de
zegetocht door Amsterdam. Daarna wordt de roman beëindigd
met een korte epiloog waarin wordt verteld wat er verder met
de zus Bouwmeester gebeurd; dat haar hondje sterft en wordt
gecremeerd, hoe ze nog volop contact heeft met de spelers van
Noodweer.
De conclusie die de realistische lezer trekt, is dat Bouwmeester
in het voorlaatste hoofdstuk sterft. Dat blijkt niet alleen uit uit
treksels op huiswerk.scholieren.com, maar ook uit Harry Mulisch:
Hoogste Tijd van P. Kralt, een deeltje uit de Memoreeks voor
'Analyse en samenvatting van literaire werken' (Walva-Boek/
Van Walraven, 1986); het analyseert de roman uitgebreider en
gaat uitgebreid in op de symboliek en thematiek in relatie met
het andere werk van Mulisch. Hoogste tijd is een roman over het
creatieve proces dat aan het ontstaan van romans ten grond
slag ligt en verwoordt "dat dromen en kunst van dezelfde orde
zijn: verschijnselen die als het ware naast de werkelijkheid be
staan. Ze zijn werkelijk, maar tegelijk anders." Een schrijver wil
"die 'andere werkelijkheid' verbeelden. Voor Prospero is dat
niet zo moeilijk. Hij is een tovenaar en zet de realiteit naar zijn
hand." Een kunstenaar kan de magische verandering van de
werkelijkheid alleen benaderen via zijn kunst. "In en door het
kunstwerk ontstaat een voor onze logische begrippen onmoge-