mogelijk kunnen worden gelezen. En toch is het dan al interes
sant voor de fantasy.
The encyclopedia of Fantasy geeft bij de afbakening van het genre
geen doorslaggevende betekenis aan het begrip magie. Andere
auteurs, zoals de bekende fantasyschrijver David Eddings en de
voormalige fantasyuitgever bij Meuienhoff, Jacques Post, doen
dat wel. Fantasy speelt zich af in verzonnen wereld waarin
magie werkzaam is. En omdat magie in het genre zo veelvuldig
wordt toegepast, kan het inderdaad wel als een kenmerk wor
den beschouwd. De encyclopedie bevestigt het belang van
magie door er in een afzonderlijk lemma 'magie' uitgebreid
op in te gaan, maar het is opmerkelijk dat het begrip wel wordt
omschreven (de wijze waarop magie in fantasy voorkomt, welke
soorten er zijn), maar dat het niet wordt gedefinieerd. De op
merking dat "magic can do almost anything, but obeys certain
rules according to its nature" is immers te vaag om als definitie
te gelden. Ook Van Dale geeft geen definitie, anders dan die
van (geheime) kennis of vaardigheid. Het eerste deel van Hoog
ste tijd probeert het begrip wél te definiëren.
Met het toneelstuk De Storm over de magiër Prospero ("die stor
men kon ontketenen en gedekte tafels tevoorschijn toveren")
in het toneelstuk Noodweer in de werkelijkheid van de roman
personages in de roman Hoogste tijd in de werkelijkheid van
schrijver en lezer richten deze zich op het thema van 'de ver
houding tussen verbeelding en werkelijkheid'. In de woorden
van regisseur: "Stel, iemand hield zich bezig met de verhouding
tussen verbeelding en werkelijkheid, en wel in die zin, dat hij
de werkelijkheid echt wilde veranderen met zijn verbeelding.
Niet via iets anders, maar onmiddellijk. Zo iemand zou niet
alleen een man van de verbeelding zijn, van het woord, een
kunstenaar, maar tegelijk een man van de werkelijkheid, van de
daad. Zo iemand, zei Vogel, was een magiër."
En terwijl het begrip magie wordt gedefinieerd, creëert Mulisch
door de verstoringen in al die niveaus van werkelijkheid een
leeswerkelijkheid waarin de laatste twee hoofdstukken en de
epiloog de lezer die magie ook werkelijk laten ervaren.
In het voorlaatste hoofdstuk 'Hoogste tijd', na de rampzalige
generale repetitie, wanneer duidelijk is dat de voorstelling geen
doorgang kan vinden, wordt de verwarde en aangeslagen