geen liefhebber van fantasy of sciencefiction die oude boeken nog lezen. In zijn of haar optiek zijn ze saai, weinig origineel en zondigen ze tegen alle regels voor een spannend verhaal. En dat geldt ook voor het werk van Mulisch. Het idee van de eobiont is oudbakken. Werkelijkheden die elkaar uitsluiten? Heeft de man nog nooit van alternatieve universa gehoord? Ook de fan tasy- en sciencefictionelementen in De ontdekking van de hemel zijn niet origineel en het verhaal wordt overwoekerd door onnodige uitweidingen over niet relevante zaken. Dan compo neren Robin Hobb, George Martin en zelfs Raymond Feist en David Gemmell hun verhalen toch heel wat professioneler. Van die kritiek zal Mulisch niet wakker liggen. In De procedure geeft hij expliciet aan niet uit te zijn op lezers die zich een glad de vertelling vol vaart en spanning wensen: "Wie onmiddellijk meegesleept wil worden, ten einde de tijd te doden, kan dit boek beter meteen dichtslaan, de televisie aanzetten en op de bank achterover zakken als in een warm schuimbad." Mulisch jaagt de hedendaagse fantasy- en sciencefictionlezer zelfs van zich vandaan. Hij wil geen fantasy- of sciencefictionschrijver zijn, maar aansluiten bij de fantastische traditie van die door de genrelezer afgeschreven klassieken. Net als die klassieken is Mulisch niet van deze tijd. Hij is zelfs niet van de vorige eeuw, al kenmerkte hij zichzelf als de ver persoonlijking van de Tweede Wereldoorlog. De kern van zijn schrijverschap ligt in de literatuur waar hij zo veelvuldig naar verwijst, en met name in de scientific romance van de 19de eeuw. Maar dat wil niet zeggen dat de schrijvers van sciencefiction en fantasy niets van Mulisch kunnen leren. Vanuit zijn 19de eeuwse literaire kern biedt zijn werk in zekere zin een spiegel vanuit de oorsprong van de genres. De toekomst van gisteren werd al bestempeld als verplichte literatuur voor schrijvers van alternatieve geschiedenissen. Voor fantasyschrijvers geldt het zelfde voor Hoogste tijd, al blijft The encyclopedia of Fantasy op pervlakkig steken bij de verwijzing naar Poe's De fantastische reis van Arthur Gordon Pym en de constatering dat het grenst aan fabulatie. in \o

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 65