het toilet en laat de broek zakken. Het koppel van zijn riem slaat metalig tegen de tegels. 'Heb je vanmiddag wat geslapen?' vraag ik. Ik hevel de baby over en geef hem enkele kusjes achter het oor. Tot hij kirt. Hij steekt zijn vingers in mijn mond. Ik knauw er op. 'Je bent moe, dat maakt je kribbig', ga ik verder. 'De baby heeft een goedgemutste moeder nodig. Je weet toch dat ze dat voelen en nog onrustiger worden. Heb je zijn sit-ups gedaan?' 'Ik had je gevraagd servetten mee te brengen.' 'Shit,' zeg ik. Ze lacht schamper, trekt even zenuwachtig met het oog, neemt me terug de baby uit de armen en wandelt naar de keuken. Ik blijf staan. Ze heeft gelijk, ze maakt me ongelukkig. Ik draai me reeds om. Maar volg haar dan toch. Met de baby op de heup prikt ze met een vork in de aardappelen. Ze roert in de spruiten en draait de sissende lappen spek om. 'Ik kan er gaan halen, als je dat wil.' 'En het dubbele betalen. Laat maar.' Nijdig gooit ze de zeef in de pompbak, draait een handdoek rond het heft van de pot en giet de aardappelen af. 'Zo is het altijd met jou. Je bent hier nooit en als je hier bent, ben je niet aanwezig, zit je met je gedachten ergens anders, ben je met jezelf bezig. Ik zou jou eens graag vierentwintig uur met de kleine opgescheept zien zitten.' 'Ik heb je dat al verschillende keren voorgesteld.' 'Makkelijk als je weet dat ik borstvoeding geef en dus niet weg kan.' Ik zwijg, besluit ik, en doe de ijskast open. De koude voelt hard aan. Er staat schimmel op de sla. Drie potjes babyvoeding lig gen er bovenop. Ik neem een flesje bier, klik het open met de duim en zet het aan de mond. De vaat heeft ze gedaan. Hij staat te drogen op het druiphekje. Ik muil naar het lieve poesje op de kalender, boer maar slik het geluid in. Met een stuk keu kenpapier wrijf ik het vocht van de lippen. 'Waarvoor heb je die servetten trouwens nodig?' 'Omdat Nar komt.' De bovenbuur trekt de wc door. Hij rakelt de broek terug op en koppelt de riem dicht. Even gaat hij voor de spiegel staan en poetst de tanden op met een handdoek. Hij krabt zich in het

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 53