een fijne kerel en wat belangrijk is, één die niet alles vertelt aan je ouders. Thee wordt ingeschonken een blaadje mint erin. Tevreden kijkt Afli naar zijn brommer. Het is altijd prettig om onderweg een kopje thee te kunnen zetten. Zijn brommer heeft hem nog nooit in de steek gelaten. Hij heeft er veel mee vervoerd. Zelfs verbouwingen aan zijn huisje kan hij uitvoeren dankzij zijn brommer. Beter dan een kameel, zegt Afli en nipt aan zijn glas. Het is een mooie avond, jongen. Ik was blij verrast dat je me aansprak. Vroeger ging ik hier vaak zitten na het werk. Tegenwoordig heb ik weinig contact meer met collega's. Ik ben de oudste en de jeugd heeft zo haar eigen in teresses, en kijkt Ibrahim fronsend aan uitdagend. Zeg het maar jongen, maar niets dan de waarheid. Ik kan geen leugens verdragen in het hoogseizoen, zeg het maar. Wat brandt er in je bol? Laat me raden dan kan je nog lang raden, Afli. Je weet niet wat ik mee maak wat ik voel en wat ik in mijn zak draag. Daarom heb ik je opgezocht. Ik sta stijf van de zenuwen ik Ibrahim uit Sousse, vrucht van de revolutie mooi, intelligent jong mens, op reis naar volwassenheid jij gaat mij niet meer ver rassen. Ik zie het aan je ogen. Ik maak mij sterk dat ik niet weet waar jij mee zit te frommelen in je broekzak. Ik ben een man van 62 jaar oud en geloof me, het vuur heeft nog lang in mij gebrand. Ik weet hoe een jongeman kan branden van verlangen. En ik ben blij dat ik in de gelegenheid ben geweest dat te blussen. Maar je moet wel bedenken dat er ook Liefde bestaat, beste vriend. Het gevoel van vertrouwen dat ik met mijn vrouw heb gedeeld in jaren van voor spoed en aan haar sterfbed, is de ware rijkdom waar ik mij nog dagelijks aan laaf. Ik heb haar mijn hele leven bemind. Wij waren minnaars die elkaar in jaren van Liefde hebben verkend. Onze licha men waren aan elkaar verwant. In bed schreven wij samen een ver haal. Het verhaal vatte vlam onder de maan en wij improviseerde ons naar het einde tot de slaap ons riep en wij bevredigd samen droomden. Dat ga je vanavond niet vinden." Ibrahim kijkt uit over zee. In de verte kan hij de Grote Moskee van Sousse onderscheiden. Soms glijdt er een vliegtuig aan de einder uit de lucht, dat de aanvliegroute naar Monastir inzet. Zo ook heeft hij een vlucht ingezetniet naar de Liefde, maar naar een nog onont- 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 45