hemden scheiden een verkwikkende geur af van jasmijn. Zijn diep donkerbruine ogen lachen en hij weet humoreske situaties als een geboren acteur te accentueren. Ook de persoon in kwestie kan daar hartelijk om lachen. Ibrahim is ronduit een prachtige jongeman van rond de twintig jaar, zonder paspoort, die meisjes van veertien tot Dames ver in de veertig in verrukking brengt. Zijn van nature op rechte inborst geeft hem de juiste naïeve status, wat hem onweer staanbaar maakt voor vrouwen. Ibrahim is dé partij voor overspelige Dames en is zich daar ogenschijnlijk niet van bewusteen gesloten oester, zwaar van paarlemoer, die glanzend op de zeebodem rust. Ook deze avond sporen zijn vrienden Ibrahim hartstochtelijk aan iets te vertellen over de bizarre omgeving waarin hij werkt, maar Ibrahim blijft naar de grond kijken. Zijn ogen staan dof. Schielijk drinkt hij zijn glas thee leeg en laat zijn vrienden in verbijstering achter. 's Avonds weent hij gesmoord onder zijn lakens. De kleintjes wil hij niet verontrusten. Zijn Vader heeft hij al minstens vier weken niet gesproken. De volgende morgen staat hij op met tegenzin. Het busje heeft op hem staan wachten. Zijn schoenen zijn slecht ge poetst. kom nou, dit is geen cappuccino, lompe Berber met je uitge streken smoelwerk! Neem het maar weer mee. Dit is een expresso met wat melk erin. Moet ik 'm dan zelf maken?" Bella's ogen spugen spot uit. De man achter de toog van de afhaalbalie in het zwembad neemt de publieke schrobbering voor lief. Hij kent dit soort Dames uit Italia heeft er veel zien komen en veel zien gaan. Vroeger, toen hij als nijver knaapje kwam kijken in de horeca raakte hij nog onder de indruk van die pronte, bruin geoliede borsten die gepronon ceerde tepels dat wild, blond opgestoken haar en die sterk aan gezette make-up. Zo'n vrouw beroerde zijn gemoed. Deed zijn lid stampen en knechtte zijn ziel. Zulke vrouwen kende hij niet. Zij waren de exhibitionistische nimfen van Overzee, waar slecht van werd gesproken naar wie iedereen nieuwsgierig was. Waarin een ieder wilde knijpen. Het waren vrouwen die op pakjes sigaretten stonden afgebeeld, op de houders van ballpointpennen of die je in de koffiehuizen wel eens op T.V. zag verschijnen. Wanneer je zo'n vrouw dan van dichtbij kon ruiken, dan raakte je opgewonden en dus kwetsbaar voor haar verbale geweld. Veel oudere collega's waren er in die tijd nog niet. De toeristenindustrie had Tunesië net ont- 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 38