in zijn leven heeft verzet, maar toch hoort Verrips het verhaal aan:
'Onder vier ogen, hard tegen hard. Hem de waarheid en niets dan de
waarheid, zijn waarheid, laten zeggen. En misschien ook wel hem de
waarheid laten horen, maar dan mijn waarheid' (blz. 13). Nadat zij
die gesprekken hebben gevoerd en Verrips zijn aantekeningen heeft
uitgewerkt, weet hij nog steeds niet of hij er wel een boek van wil
maken. Uiteindelijk trekken enkele regels van Nobelprijswinnares
Wislawa Szymborska hem over de streep: 'Na elke oorlog moet
iemand opruimen. Min of meer netjes wordt het tenslotte niet
vanzelf (blz. 182). Verrips besluit met zijn rechtvaardiging voor het
boek: 'Een kleine bijdrage aan het opruimen van al te simplistische
ideeën omtrent wat er was gebeurd en wat aandacht voor ellende
waar al te weinig oog voor was geweest, bedacht ik, zou daarbij kun
nen helpen' (blz. 183). Dat zal het in zekere mate ook wel doen.
Het is geen schokkend boek, al vertelt het een aantal zaken die mij
niet bekend waren, zoals de bewuste inzet van SS'ers in Indonesië.
Ook het beeld van iemand die als jongen aan de verkeerde kant
terechtkomt en daar zijn hele leven mee geconfronteerd wordt, al is
hij een beter mens dan velen die aan de goede kant stonden, is niet
verrassend.
Verrips zelf toont zich in dit boek wat tweeslachtig. Hij probeert
zichzelf zoveel mogelijk buiten het verhaal van de SS'er te houden
en slechts af en toe komt zijn persoonlijke ervaring en stellingname
naar de oppervlakte. Als is die keuze begrijpelijk, toch is het jammer:
meer aandacht voor zijn persoonlijke betrokkenheid zou het boek
als literair werk ten goeden zijn gekomen. Misschien vond Verrips
dat die betrokkenheid in zijn eerdere boeken al genoeg aan bod was
gekomen.
De jacht op de waarheid in Mannen die niet deugden, kenmerkt Verrips'
hele leven, vanaf zijn jeugd, via zijn lidmaatschap van de Commu
nistische Partij Nederland en zijn journalistieke en redactionele werk
voor De Waarheid, via zijn romans daarna, tot in de laatste decennia,
waarin hij zijn schrijverschap ondergeschikt maakte aan de ambitie
uit zijn jeugd, historicus te worden. In die combinatie van literator
en historicus hoop ik nog enkele boeken van Verrips te mogen aan
schaffen, waarbij wat mij betreft, in vergelijking met Mannen die niet
deugden, het accent toch weer wat meer op het persoonlijke en lite
raire mag komen te liggen. Bijvoorbeeld die met persoonlijke erva
ringen gekleurde portretten van bekende CPN'ers.
25