recente verleden, de Tweede Wereldoorlog. En nog altijd komt
Verrips tot de conclusie die we van hem kennen: 'Het is dan ook
goed dat er in het wereldbeeld van meer en meer mensen tegen
woordig geen hiernamaals meer is, men zal zich meer gaan in
spannen voor een beter samen leven in het hiernamaals' (blz. 188).
In autobiografisch opzicht is Lars de voorloper van Axel Radon, de
hoofdpersoon uit Het verloren huls en Vaders en zonen. Hij is nog net
niet met pensioen, de dood van zijn Joodse vrouw ligt nog heel dicht
bij en het gesprek met de 'geweldenaar' uit Vaders en zonen is nog
gaande. Het verhaal is heel beheerst, zij het erg afstandelijk geschre
ven en het valt op dat Verrips zich nauwelijks uitspreekt over de situa
tie in Oost-Europa. Aan één kant siert dit hem, omdat hij ook in deze
roman niet de gemakkelijke weg van de sensatie heeft willen kiezen,
maar voor veel lezers zullen de hedendaagse gebeurtenissen te veel
worden gerelativeerd, een constatering die ook voor de relatieproble
men van de vrouwelijke hoofdpersoon geldt. Toch zullen de lief
hebbers van Verrips' werk dit boek met instemming hebben gelezen.
Ik heb zorgvuldig de aanduiding roman vermeden, want ook al is
Het is maar goed dat er geen hemel meer is dat formeel wel, door de
documentaire vorm is het misschien wel meer een vorm van journa
listiek of geschiedschrijving. Achteraf lijkt het boek Verrips' over
gang van romancier naar historicus weer te geven, want de spaar
zame boeken die daarna verschenen kunnen alle als geschiedkun
dige werken worden beschouwd, waaronder ook de lang verwachte
geschiedenis van de CPN onder de titel Duivels, dwars en dromend, die
in 1995 bij Balans verscheen.
Het is een zeer lijvig en mooi uitgevoerd gebonden boek en het kreeg
in NRC Handelsblad een positieve bespreking van Wouter Gortzak:
'Verrips' boek verveelt geen moment en fascineert voortdurend.'
Maar Gortzak spreekt ook over 'de overvloed aan gegevens' en dat
het boek 'de lezer ook met vragen [laat] zitten.' Wat mij betreft is
Verrips er inderdaad een historicus mee geworden, al zal de ge
schiedkundige waarde van Duivels, dwars en dromend door de historici
moeten worden beoordeeld. Voor de gemiddelde lezer, waaronder
ook de liefhebbers van Verrips' literaire werk, zal de overvloed aan
feiten en feitjes wellicht toch te veel van het goede zijn. Het begin,
tot periode vlak na de Tweede Wereldoorlog, vond ik boeiend. Het
maakte de afgesloten wereld van de CPN'ers duidelijk zichtbaar en in
dit deel duiken er, soms zelfs in de voetnoten, interessante portretjes
23