Tussen hamer en aambeeld Rob van Hese Soms, als het stormenderhand langs de late oevers van de avond gaat, speelt een windvlaag hem haar stem toe. Een ijlende wijze van spreken is het, schijnbare woorden vormend die de stijgbeugel ver overstijgen. Later, als het weten verwatert tot een schamele echo van fluistertaal, richt zijn hand een schelp naar het ruisen. Hoe kinderlijk van eenvoud wellicht, doch er sluimert zoveel betekenis in het weinige dat ongerijmd is. Tenslotte, als hartslag zich loszingt van dat wat vooralsnog verankerd scheen, luistert het nauwer naarmate de avond vordert. Slechts dat wat men vermoedt is waarachtig, dat wat oorverdovend doorklinkt tussen hamer en aambeeld. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 43