Epiloog Als afsluiting van de bundel volgt een epiloog van de hand van de dichter Hans Verhagen. Het is meer een korte beschouwing over poëzie in het algemeen, dan een bespreking van het werk van André van der Veeke. Hij tipt een aantal problemen aan waar de dichter mee worstelt: zijn behoefte aan controleren, de neiging tot analyse ren en zodanig formuleren dat hij de dingen een plaats kan geven. Dit geldt uiteraard voor elke dichter, maar in het bijzonder voor Van der Veeke. Dat hij hem tenslotte een gerijpt dichter vindt, is een terecht compliment, dat eigenlijk wat meer toegelicht had kunnen worden. Nu blijft voor mij het artikel te veel in de sfeer van een welwillende inleiding hangen. Daarom is het ook wel terecht een nawoord geworden: aardig maar een beetje overbodig. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 51