chauffeur. Hij kijkt mij terug met lichtjes in zijn ogen en spreekt ont spannen Quatorze uit. Ik wil dit bevestigd zien en schrijf veertien in het stof op zijn dashboard. Hij knikt. Maar is dat veertien Dinar per persoon of voor de totale rit. Dat zou erg goedkoop zijn te goed koop naar mijn mening. Zijn die Louages dan zo goedkoop? "Pour le traject de Souse, c'est quatorze dinar toutpersonnes?", poog ik nogmaals tot eenduidigheid te komen. De chauffeur kijkt mij aan met onbegrip. Waar maak ik me druk om? Ik wil niet lastig zijn, maar duidelijkheid hebben. Duidelijkheid is van veel waarde in een land waar je je moeilijk verstaanbaar kan maken. Volgens mij - spreek ik nu in het Nederlands tot mijn vrouw, de chauffeur luistert even mee om dan zijn blik weer op de weg te richten - volgens mij spreekt die knul ook weinig Frans. Mijn vrouw beaamt dat en acht de zaak gesloten. Ik moet nu ophouden met zeuren over cen ten. Die jongen doet zijn werk en we zitten goed. Wanneer ik mij er bij neer wil leggen en door het zijraampje de olijfboomgaarden aan ons voorbij zie snellen spreekt de jongen: par personnes trois Dinar. Sousse-Monastir encore quatre. Oké Chef?" oké", en bied hem een sigaret aan. We roken en rijden zwijgend een half uurtje door tussen eindeloze rijen olijfbomen. Veel deviation en boerenkarren met ezels of paarden ervoor die we moeten inhalen. Veel taxi's ook op de weg. Ze zwaaien allemaal naar elkaar. De zaken gaan goed. Ik heb er weer vier te pakken vol tarief, lijken hun ge baren te uiten. En altijd die onverholen grijns op die gebruinde smoelen. Ze begrijpen er niets van die Hollanders. Nog maar eens zwaaien én toeteren. Een busje vol toeristen met Ali Baba-thee doeken rond hun bezwete koppen camcorders in de aanslag. We vragen er ook om, maan ik mezelf tot enige zelfreflectie, wanneer we plots de doorgaande weg verlaten. We slaan rechts af. Sousse is rechtdoor. Een kortere weg wellicht. Misschien staat er een dagelijk se file verderop. Hij zal het wel weten. De chauffeur zet de radio uit. We rijden een dorpje in en stuiven een benzinestation binnen. Ik zucht van verlichting. Dit klinkt plausibel: je tankt niet aan de grote weg, hier is het goedkoper. Zou ik ook doen. De chauffeur springt uit de auto en stevent naar binnen. Even later komt hij terug met een naar mint geurend glas thee. Of ik ook een slokje wil? Ik sla het aan bod af. Ik wil naar Sousse. Dan zijn we op tijd voor het avondmaal. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 14