Onder de brug
Er zijn er die, de leugen lang voorbij
zonder misbaar van klagen, de mond half open
niet van honger willen weten.
Het blijkt een dwaalspoor. De waarheid
gaat door merg en been.
Er zijn er die nog onvermoeibaar lachen
tot hun lach vergrijnst
en in treurige lijnen
zijn sporen nalaat in de stad.
Ze worden weggetolereerd
naar plaatsen waar niemand zich laat zien.
Hun hart klopt wild en doet hun aderen barsten.
Er zijn er die niet meer ontwaken.
27