Het Zeeuwsche Bureau Pieter Schoonheim Als je een rijk leven hebt geleidook al was dat aan een bureau, dan kun je daarvan verhalen. Licht dat je je vertelling dan ook 'Het Bureau' noemt. Als je je leven ook nog in Zeeland hebt gerekt, kom je op een Zeeuwsch Bureau. De bewondering voor het werk van Voskuil speelt daarbij natuur lijk mee. Mocht er sprake zijn van navolging, van de psyche van Maarten Koning is geen sprake. De Zeeuwse Koning heet Pollio en is eerder zelfin genomen dan een kakker op eigen ego. De auteur van deze memoires, Pieter Schoonheim, heeft Ballustrada een voorpublicatie aangeboden. Het gaat om fragmenten van een geplande roman. Het betreft niet alleen herinneringen, maar ook vooivallen die hadden kunnen gebeuren, of die misschien nog moeten gebeuren. Behalve door een scherpe kijk op de dingen laat de schrijver zich door zijn fantasie meeslepen. 1. De Zwarte zat in z'n kamer en beet op een eigenaardige manier op zijn lippen. Vóór hem op de lange hoektafel lag zijn nieuwe beleids stuk 'Zeeland toch anders'. Hij dacht aan het bureau van de Directeur Bovenregio, mevrouw dra. M.G.H. van Wengen. Hij pakte de tele foon. Even ging de bel aan de andere kant over. Te lang eigenlijk. De Zwarte beet zich weer op de lippen. De Directeur nam op: 'Met Van Wengen.' Het klonk gelaten. 'Marietje!' riep De Zwarte. 'Ik bel je over mijn beleidsvoorstel. Wat vind je ervan?' - Aan de andere kant zweeg de Directeur even. Eigenlijk vrij lang. 'Ik deed net een dutje,' zei Marietje, en giechelde. 'Nou, dan is het wel in orde, dus?' riep De Zwarte weer. 'Ja hoor eens, ik moet er nog wel even naar kijken na tuurlijk. - En dan moet het naar de Bovenregionale Raad.' 'Dus jij bent wel akkoord?' vroeg De Zwarte weer 'of dacht je dat dat stuk nog zou wijzigen door dat kijken van jou? Hè??' - Marietje begon weer te giechelen. 'Ik ga er alvast mee naar de Begrotingscommissie hier,' sprak De Zwarte, 'dan is de financiële onderpinning volgende maand ook klaar.' Van Wengen werd weer even helemaal dra. Van Wengen, en zei toen: ja, doe het maar zo. Zeg maar tegen het Mi nisterie dat het voorstel hier goed ligt. En dat er nog een briefje van mij achteraan komt.' Buiten liep het carillon, De Zwarte legde neer, schoof zijn voeten verder onder zijn bureau, en keek door het oud- Hollandse glas van de ruitjes naar buiten alsof hij de klokken kon zien hangen. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 38