De accordeon
jan j.B. Kuipers
De bejaarde zuster van de Kreupele zag er bij diens teraardebestelling
nog onverwacht vief uit, wel gematigd misantroop zoals het betaamt
na totaal échec, maar op keurige, zelfs wat gedistingeerde wijze. En
gepikeerd was ze óók nog, omdat men niet om een paraplu had ge
dacht terwijl het nu toch daadwerkelijk bleek te regenen, hier!, aan
de andere kant van het land waarheen de Kreupele zich onmiddellijk
na de oorlog en voor zijn doen opvallend lichtvoetig had begeven.
Alsof er niet dat verleden was, vol van het deinen en zwieren der
accordeonmuziek, het ruggelings in velden liggen waarvan je de tel
kwijt was, onder het zwoegen en balgen van vrijers die je vader nog
lelijk op zouden breken. Een dame was ze nog, Hanna; een statig
figuurtje in grijsgroen mantelpak, op tint gekozen alsof de vuurrode
haardos al niet sinds decennia was verbleekt. Terwijl er anderzijds
vroeger, toen dat rood vurig van zich had doen spreken, geen kleu
ren kunnen zijn geweest. In de jaren twintig was alles steeds donker
of hoogstens grauwgrijs, afgezien van hier en daar een celluloïde lu
minescentie aan de bovenzijde van schaarse foto's ten bewijze van
zekere momenten. Pas dik in de jaren dertig was alles een klein beet
je lichter geworden; dat kon niet anders, in verband met de intro
ductie van de kleurenfilm met zijn leugenachtige fondanttinten. En
als die er niet was gekomen had je nog makkelijker kunnen beweren
dat er een gat zat in Hanna's biografie, dat ze jarenlang in de duistere
gebieden had doorgebracht, waar de mensen geen enkele uitstraling
meer hebben.
"Pas als het echte berouw komt," vertelde mij een anonieme zegs-
persoon, "komt er tegelijk een nieuw begin van uitstraling. Maar
de meesten halen dit niet. Ze kunnen daarginds moeiteloos eikaars
gedachten lezen. Nou, je begrijpt dat iedereen dan alsmaar bezig is
zijn gedachten onder andere, neutrale of zelfs gepantserde gedach
ten te verschuilen, zodat er niks meer te lezen valt. En dan valt pas
de échte duisternis in, zie je. En stilte ook, het kan daar vaak huive
ringwekkend stil worden. Onleesbare gedachten hebben elkaar niks
te vertellen.
"Berouw van wat, moeder?" vroeg ik de anonieme zegspersoon.
"Dat geduvel op die accordeon! Het ruggelings liggen in de velden!
Want zo deden ze dat toen, een andere houding wisten ze zich nog
niet te geven, althans ik heb er nooit van gehoord!"
Moeder sloeg de handen voor haar ogen.
37