Lou Vleugelhof De dichter van Beatrijs hedendaags 'Van dichten comt mi cleine bate' Over hete nachten had ik willen schrijven, hoe ze alleen lag in haar kloostercel, niet slapen kon, zich telkens moest inlijven in nonnenkleren, doodvermoeid in de kapel de kaarsen aanstak en een achterblijver moest aansporen met nog harder bel. Terwijl ze dacht: ik zal er nog in blijven, in die begeerten brandend als de hel Verloren kans. Ik schreef wat over duiven en rozenhagen, een kloostertuin, een jongeman van edelen bloed, die haar te paard meenam terwijl zij diep verzonken in gebed werd opgeheven, door een hand gered, of Jezus zelf haar koelte toe kwam wuiven 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 76