Sciencefiction in Nederland en Vlaanderen
Paul van Leeuwenkamp
Voor buitenstaanders is oorspronkelijk Nederlandstalige sciencefiction
en fantasy even onbestaand als buitenaardse wezens. Het aanbod in
de boekhandel beperkt zich tot vertalingen uit het Engels en de enige
uitzonderingen, Peter Schaap en Wim Stolk (WJ. Maryson), worden
makkelijk over het hoofd gezien. In vergelijking met het Engelse
taalgebied bestaat in Nederland en Vlaanderen fantasy als genre nau
welijks en sciencefiction nog minder. Dit in tegenstelling tot thrillers
en detectives waarbij we de laatste jaren van een echte Nederlands
talige 'boom' kunnen spreken. Zelfs literaire auteurs als Bob van
Laerhoven en Maarten 't Hart wagen zich wel eens aan een crimineel
uitstapje. Toch schreef Mr. Willem Bilderdijk in 1811 met Eene aan
merkelijke luchtreis al echte sciencefiction, lang voor Jules Verne en
H.G. Wells het genre populair maakten. En sindsdien is er veel meer
geschreven en gepubliceerd, tot op de dag van vandaag.
Sciencefiction door de jaren heen - een schets
Na een aantal vroege voorbeelden als Het verstoorde mierennest van
Kees van Bruggen (1916), Schemerdal van J.A. Visscher (1916), De
Aarde splijt van Maurice Dekker (1930) en Toekomststad door T.
Cremer (1946) ontstond in de jaren vijftig structureel aandacht
voor sciencefiction of SF, zoals de gangbare afkorting inmiddels
was. Reinder Blijstra besprak het in Critisch Bulletin en publiceerde
zelf SF-verhalen in het literaire tijdschrift Maatstaf, later gebundeld
in Het planetarium van Otze Otzinga (De Arbeiderspers, 1962). Sybren
Polet stelde in 1957 voor Bert Bakker twee verzamelbundels samen
(De Stenen Bloedzuiger en De Vuurballons), waarin bekende Engels
talige SF-auteurs in vertaling werden gepresenteerd. In een voor
woord benoemde Polet deze verhalen als 'toekomstverhalen' en
legde hij de nadruk op het literaire aspect. In datzelfde jaar deed
Manuel van Loggem - die in 1952 het aan SF verwante Insecten in
plastic als boekenweekgeschenk publiceerde - hetzelfde voor De
Bezige Bij (Verbinding met Morgen). SF-uitgaven bij Het Spectrum en
Bruna volgden. Elsevier publiceerde Inval op Mars van Tjomme de
Vries (1959), Luitingh Testbemanning. De Coördinator (1963) en Test
bemanning. De proctor (1964) van Carl Lans, gebaseerd op het in
1961/62 zeer populaire radiohoorspel. L.J. Veen bracht het uitste-
57