met Mannekino (1968), De sirkelbewoners (1970), Breekwater (1973), De geboorte van een geest (1974) en Verboden tijd (1974). Van Jacques Hamelink verscheen Ranonkel (1969), gevolgd door de poëtische SF van Afdalingen in de ingewanden (1974) en Een reis door het demiurgen- rijk (1976). In 1972 publiceerde Harry Mulisch zijn in SF-kringen bekend geworden alternatieve geschiedenis De toekomst van gisteren. Met uitzondering van Manuel van Loggem, die in de SF-reeks van Luitingh de verhalenbundel Paarpoppen publiceerde (1974) en die ook in de Ganymedes-reeks van Bruna opdook, lieten deze auteurs zich niet in met SF-reeksen. In deze tijd bleek de SF-lezer méér dan een lezer. Hij was een fan en richtte SF-verenigingen op waarin SF-literatuur de boventoon voer de, maar die met hun aandacht voor techniek en ruimtevaart, voor SF-films en SF-kunst verder gingen dan de klassieke literaire genoot schappen of kringen. Het NCSF, het Nederlands Contactcentrum voor Science Fiction, was daarin de eerste. De conventies die deze verenigingen organiseerden werden ontmoetingplaatsen voor men sen die gegrepen waren door de sfeer van verandering uit die jaren en er ontstonden directe contacten tussen schrijvers, uitgevers en lezers. Er werden prijzen toegekend aan schrijvers die zich in het genre hadden onderscheiden, bijvoorbeeld aan Hugo Raes, Gust van Brussel en Jacob Carrossa, en later ontstond daar ook de enige echte wedstrijd voor fantastische verhalen (SF, fantasy én horror) die het genre heeft gekend en nog steeds kent, de King Kong Award die sinds enkele jaren is omgedoopt in Millennium Prijs. Ook ontston den er de SF-tijdschriften, soms als een persoonlijk tijdschrift van een schrijver (SF Gids van Eddy Bertin) of liefhebber (King Kong SF), soms als verenigingstijdschrift, zoals Holland SF van het NCSF of SF Terra van de Perry Rhodan Vereniging Terra. Commerciële SF- tijdschriften, die via boekhandel en kiosken werden verspreid, waren echter nooit een lang leven beschoren. Het meest succesvol was Orbit. Misschien hadden de fans te veel belangstelling voor veranderingen en in literair opzicht een te weinig kritische instelling. In de zond vloed aan SF-boeken waren er vele literair onder de maat. Opvallend is dat bekendere literatoren als Manuel van Loggem nooit erg hoog scoorden in de SF-verhalenwedstrijden. In plaats daarvan werd de boventoon gevoerd door een handvol schrijvers die nooit echt door braken, al leverden een aantal van hen goede verhalen, zoals Guido 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 60