kende De Naakten en de Speyers van Jacob Carrossa (1967). Geleidelijk begon ook in het Nederlands SF zich af te tekenen als een afzonderlijk genre dat, mede door de wedloop in de ruimte tussen de VS en de USSR, de interesse van zowel lezers als uitgevers trok. In navolging van de uitgeverspraktijken in de VS begon Meulenhoff in 1967 de eerste Nederlandstalige SF-reeks en Bruna volgde in 1971. Het Spectrum hield zijn SF-boeken in de Prisma-reeks, maar maakte ze vanaf het begin van de jaren zeventig duidelijk herkenbaar met de aanduiding 'SF'. Het succes van deze reeksen was dusdanig, dat al snel iedere uitgever een SF-reeks leek te hebben. Daarin werden voor al vertalingen uit het Engels gebracht, maar ook Nederlandstalig werk kreeg steeds meer ruimte. Paul van Herck publiceerde De cirkels en andere verhalen bij De Kentaur (1965) en daarna Sam, of de pluter- dag (1968) in de reeks van Meulenhoff, waarin ook Duvels en oranje moeren van Gravis (1968) verscheen, een samenwerking van Ruurd Groot en Eduard Visser. Luitingh bracht in een SF-reeks de boeken van Carl Lans in herdruk (1966), gevolgd door diens Werelden onder de horizon (1970). Bruna bracht in 1971 De achtjaarlijkse God van Eddy C. Bertin, later zijn wat overschatte, in wetenschappelijk op zicht zwakke 'Membraan-cyclus' Eenzame bloedvogel, 1976; De slui merende stranden van de geest, 1981; Het blinde doofstomme beest op de kale berg, 1983) en het in samenwerking met Bob van Laerhoven geschreven De kokons van de nacht (1977). Ook Ef Leonard Het koninkrijk der kikkeren is nabij, 1972) en de ruimteverslaggever Sjoerd van der Werf (Vallende ster, 1979) verschenen bij Bruna. In 1976 begon deze uitgever zelfs met een jaarlijkse verzamelbundel waarin uitsluitend Nederlandstalige auteurs werden opgenomen, de Gany- medes-reeks. Ook Fontein bracht Nederlandstalige SF. Felix Thijssen produceerde met de Mark Stevens-reeks (1971 tot 1974 acht delen) en de Sterzon-cyclus (1977 tot 1979 vier delen) vooral Space Opera, gericht op de meer jeugdige lezer. Interessanter waren zijn psycholo gische SF-romans De Mistral (1975) en Emmarg (1976). Van Hans Kemming verschenen De planeet van de zingende slangen (1975) en Opstand van de vogelmensen (1976), en van Cor Snijders de verhalen bundel Een God van 37° Celsius (1976). Jaap Verduyn, die eerder bij Uitgeverij Ridderhof debuteerde met de verhalenbundel De grafzerk van Uaxactün (1973) leverde met Het pentagram in de toren (1975) fantasy-achtige SF in de traditie van Edgar Rice Burroughs. Verspreid bij andere uitgeverijen verschenen bijvoorbeeld het humoristische Psychopark van Koos Verkaaik (Sari, 1977), het acceptabele Vrouwen 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 58