De repetitie werd beëindigd. De dirigent tikte af. Er klonken nog enige dissonante akkoorden en de orkestleden borgen hun instrumenten op. De betovering was voorbij. Ontwakend uit een mooie droom liepen we de kathedraal uit. "Jesus is alive!" riep een brave dame vanuit haar tentje, wijzend op een afbeelding van een hippie uit de jaren zestig. Alsof deze geda teerde factotum het alleenrecht zou hebben op vrede en welzijn. Als miljoenen jaren geleden de dinosaurussen niet waren uitgeroeid hadden zij nu over de wereld geregeerd en was God een superdino geweest. Maar deze stelling was aan haar niet besteed. Wel wilde ze haar onbezonnen uitroep betaald hebben en maakte ons attent op de ijzeren pot die voor haar stond. "Jesus is really among us," drong ze aan, in een poging mij geld te ontfutselen. "Vast wel," huiverde ik. Van mij mocht hij. Maar ik voelde me toch niet verplicht hem ook nog te onderhouden. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 41