Zij zit op een verhoginkje, vóór dat indrukwekkende doek. In een rieten stoel met rood lederen oppervlakken. Heur haar hangt voor haar zonnebril met spiegelende glazen. Ze ziet er geil uit, maar niet van harte. Naast haar staat een pianokruk op zijn hoogste stand. De schroef staat droog en de zitting is opnieuw bekleed. is deze nog vrij," vraag ik vol verwachting. Wil nu toch even zit ten en rustig overdenken wat er aan de Toog zich heeft afgespeeld. Die Dichteres, zo mijmer ik, die gaat optreden. Bijft haar kruk dan leeg? Wie durft haar te trotseren. "Ober!" roep ik, mevrouw! Pardon mag ik een pint en een oude borrel en" - wend mij tot mijn buurvrouw - "en een Wodka-jus voor uhh, hoe heet U, als ik vragen mag? is het Gina?" "Dan moet jij Krantenjongen zijn. Ja, ik ben Gina de Hoer. Serena heb je al ontmoet? En Danny natuurlijk. Ik wist dat je kwam. Heb de kruk voor je bezet gehouden. Proost! Je komt vandaag een beetje ongelegen, Krantenjongen. Heb niet zoveel zin om te werken. Geen inspiratie. Kom hier meer om naar Serena te luisteren. Bitch! "Bitch?" "Dat kun je wel stellen. We zijn twee verliefde teven en maken dus ruzie. Gisteravond - na sluitingstijd - hebben we gevochten. Virago heeft ons naar buiten gegooid. Madam I. staat geen enkel handge meen toe. Thuis zijn we verder gegaan geweldige seks gehad en nu helen we onze wonden. Serena gaat werken. Ik nietben niet klaar. En jij, Krantenjongen wat brengt jou hier vanavond? Ik zal je aan wat mensen voorstellen." "Aan Madam I.? Waar is zij nu, boven "Serena moet aan de bak Kijk daar komt ze. Ze gaat voorlezen uit haar laatste bundel. Er staat een gedicht in van een journalist die voor het eerst Maison d'Art bezoekt. Luister maar." Op het kleine podium gaat een spot aan. Piano-intro daar ver schijnt Serena. Ze heeft haar colbert uitgetrokken. Zij draagt een overbloezend piratenhemd, met kant gebiesde pofmouwen, zwarte stropdas en rode bretels. Haar blondering is uitgegroeid. Langs haar 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 34