Mijn introverte zwijgen scheen bij de Bakkers enig verbazen en zelfs lichte irritatie op te roepen. "Nee," zei Riet iets nadrukkelijker dan anders, "dat scheelde niet veel. Je had er bijna niet bij gezeten vanavond." Hoe ze 'vanavond' uitsprak: met een nestachtige warmte van weer gezellig met z'n tweetjes bij elkaar in een ongeschokt gebleken wereldorde. Eind goed al goed en dat was evident, want anders had den ze hier niet gezeten zoals ze beiden al hadden gezegd. Waartoe dan nog die geschiedenis opgelepeld waarvan ze kennelijk zwanger gingen? "Hoezo," informeerde ik mat. Gerustgesteld zweefde de blik van de heer Bakker in een comfortabel glooiende baan tot boven zijn soep, in de dampen waarvan hij de contouren van zijn belevenis leek op te roepen. Het was vanmiddag op een zebrapad gebeurd, begreep ik, in Messina of een haven die verdomd veel leek op die stad met haar groots maar ongelukkig verleden. Op het voetgangerslicht flitste het AVANTI groen op, zodat de heer Bakker overstak, alweer haastig op weg naar het schip, de thee met cake en straks natuurlijk het diner, op ruime pas afstand gevolgd door Riet. Een automobilist, een jonge knul nog, had echter geen geduld kunnen opbrengen en wilde vol gas door rood licht en over de zebra scheuren, naar goed Siciliaanse traditie als we daar tenminste waren geweest. "Ze gaf een gil, Riet, ze gaf een gil...," zei de heer Bakker, terwijl hij in aandachtige verwondering de lepel naar zijn mond bracht. "Ja, een gil dat ik gaf," vulde Riet aan. "Ik zag het gebeuren, pal voor m'n ogen, ik zag het gebeuren. Ik heb nog nooit zo gegild." Bakker knikte. "Het was een gil als een stoomfluit. Daardoor zag ik die auto, d'r was geen ontkomen meer aan. En ik wist dat ik maar één ding kon doen. Er bovenop springen, dacht ik, er bovenop sprin gen! En dat deed ik, anders was ik dood geweest." "Zo!" bracht ik uit, geschoktheid met aansluitende opluchting ten toonspreidend. "En toen?" Ja, toen waren er twee politiemannen uit een auto gekomen en die hadden die jongen waarachtig uit z'n wagen gehaald en naar het bureau laten afvoeren. Zelf hadden ze Bakker naar het ziekenhuis ge bracht nota bene, wat een service. Helemaal onderzocht, een paar schrammen en verder niks, een infuus ook nog of zo, verklaringen 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 25